de jaren zestig wijk (9): de opkomst van de gamma-cultuur

Door Martin Liebregts
Foto’s: Roel Simons

In de jaren vijftig en zestig domineerde de ligusterhaag de tuinen van de rijtjeswoning, soms afgewisseld met meidoorn, beukenhaag of laurierkers. Het groene karakter van de wijken werd er extra door versterkt. Een goed geknipte ligusterhaag was de toets van bijna elke bewoner.
De bewoners waren een soort pioniers, die de grootschalige stadsuitbreidingen gingen bewonen. Zij combineerden de nieuw verworven luxe met de traditie uit het verleden. De ligusterhaag was hiervoor het symbool. De paaltjes met draad vormden de lijn waarop de plantjes uitgezet werden. Maar nu, zoveel jaren later, is er veel veranderd. De bewoner woont meer op zichzelf en van een gemeenschap is niet zonder meer sprake. In zo’n situatie probeert eenieder zoveel grond goed omheind te krijgen.

 

Landjepik

In de loop van de jaren zeventig is vaak veel openbaar of gemeenschappelijk groen, dat zich bij kopwoningen bevond, geleidelijk aan de tuin van de bewoner toegevoegd. Dit heeft tot gevolg dat de maat van de openbare ruimte verkleind werd, juist bij de toegangen.
Voor de overheid of de verhuurder – afhankelijk van wie de eigenaar was en is – bood dit de mogelijkheid om minder onderhoud te moeten verrichten. Het was de periode dat de individualiteit de gemeenschappelijkheid geleidelijk overnam. In het begin veranderde er niet veel aan het beeld. Maar in de loop der tijd veranderde dit structureel.


Het begin van de doe-het-zelfmarkt

Rond 1970 verschenen de eerste doe-het-zelf-winkels. In eerste instantie waren het winkels waar je materiaal voor je hobby kon aanschaffen. Echter dit verschijnsel is uitgegroeid tot een markt, die een substantieel deel van de bouwmarkt omvat. Het klussen is dus voor iedereen bereikbaar geworden. Deze ontwikkeling heeft ook grote invloed gekregen op de samenstelling en het uiterlijk van de erfafscheidingen. Traditionele groene hagen werden vervangen door geïmpregneerde, houten schuttingen. De diversiteit uit het verleden – groene hagen, gemetselde muurtjes, sierhekwerk – is verdrongen door een sterk gelijkende oplossing, die netjes oogt, maar saaiheid uitstraalt.