Op zoek naar ruimtelijkheid

Door: Martin Liebregts en Sandra Arts

Enkele jaren geleden stond in de krant een beschouwing van een nieuwe bewoner over zijn nieuwbouwwoning. Hij had zijn woning gekocht op basis van de ligging. De plattegrond kon ook nog wel. Het was niet ideaal. Het materiaalgebruik was verschrikkelijk. De plinten, de kozijnen, de aftimmering, niets leverde enige waardering of emotie op. Het volledig ontbreken van een mogelijke identificatie moest gecompenseerd worden door de nieuwe inrichting. De ziel ontbrak. Hoe anders is dit vaak bij de doorsnee vooroorlogse woning.
Het ontbreken van een ziel geldt vaak ook voor de latere aanpassingen van bestaande woningen. Om de beschikbare ruimte te vergroten, worden er bij grondgebonden woningen ‘hokken’ toegevoegd. De vierkante meters nemen toe, maar de ruimtelijke kwaliteit neemt af. Wie heeft zich bij de zoektocht naar een woning niet afgevraagd waarom de serre of de vergroting van de woonkamer nodig was, terwijl het er alleen maar donker, ongezellig en hokkerig van was geworden. De woning wordt dan een magazijn in plaats van een leefruimte.

Dit artikel is een zoektocht naar de mogelijkheden van de vergroting van eengezinswoningen uit de jaren vijftig en zestig, met behoud of versterking van de ruimtelijke kwaliteit. De ruime percelen bieden alle mogelijkheden. Door de woning met 50, 100 of 150 kubieke meter te vergroten, ontstaat een woning die voor meerdere doelgroepen geschikt is. Zo wordt een effectief antwoord gegeven op de vergrijzing van de woningvoorraad: ruimer, luxer en meer uitstraling.  Want de woningen zullen aangepast moeten worden, voordat de aanpassing van de woning behandeld wordt, wordt nader ingegaan op die eigenschappen van de woningkwaliteit, die ervoor zorgen dat het er prettig toeven is.

Eigenschappen van de verborgen kwaliteit

Ruim twintig jaar geleden werd het onderzoek naar de gebruikskwaliteit van vier ‘flexibele’ woningbouwprojecten afgerond (1). Het onderzoek probeerde boven tafel te krijgen wat een goede, ruimtelijke woning was. De conclusie was, dat het niet zomaar een optelsom van afzonderlijke kwaliteiten en eisen is. Afzonderlijke functionele eisen – bijvoorbeeld afmeting en daglicht – werden eerder beschouwd als randvoorwaarden of minima, die kunnen bijdragen aan het ontstaan van een goede woning. Op grond van deze gedachtegang waren er thematische programmapunten benoemd, waarbij het ging om samenhangende kwaliteiten, die bij de waardering van de gebruiksmogelijkheden van belang zijn. Nu levert het vijf thema’s van de gewenste, verborgen kwaliteit op (zie kader):
(1) Aanwezigheid van meerdere woonplekken
(2) Ruimtelijkheid: overzichtelijkheid en gelijkwaardigheid van plekken
(3) Zonering naar niveau van privacy
(4) Differentiatie in vertrekgrootte
(5) Identificatie.

Het zijn deze eigenschappen van een woning die ertoe bijdragen dat het er prettig verblijven is. Het is vaak een samenspel. Traditioneel bood de kamer en suite van nature dé mogelijkheid meerdere vertrekken te gebruiken als gemeenschappelijke woonruimte. Nog steeds wordt deze kwaliteit zeer gewaardeerd. Tijdelijk is deze kwaliteit ondergesneeuwd onder de hype van alsmaar groter: grote ramen, grote vertrekken en grote auto’s. Zo ontstonden woonkamers met een breedte van 3,50 meter en een lengte van 9 meter. De woonkamer veranderde in een gang, omdat de ‘goede’ verhouding lengte-breedte verdwenen was. Vervolgens werden de woningen vergroot door een uitbouw of serre. Een extra hok aan de woning.
De woningen werden weliswaar groter, maar niet ruimtelijker. Allerlei kwaliteiten, die in het verleden natuurlijk waren bij de ontwikkeling van de plattegronden, zijn verdwenen. De vijf thema’s of thematische programmapunten pogen ertoe bij te dragen dat de woning meer wordt dan een optelsom van vierkante meters. De woning moet meer passen bij een diversiteit in gebruik en als prettig ervaren worden.

Aanpassing met ruimtelijk perspectief

Als men een woning wil vergroten, gaat het ogenschijnlijk in eerste instantie om het toevoegen van kubieke meters. Maar met meer ruimte alleen is men er niet. Integendeel. Juist als er ruimte wordt toegevoegd, verdient de kwaliteit van het totaal extra aandacht. Het gaat om aanpassing met ruimtelijk perspectief. Ruimtelijkheid wordt bepaald door afmeting en vorm en de daglichttoetreding, maar ook de verhouding van een vertrek, de ligging ten opzichte van andere vertrekken en de afwerking bepalen mede de sfeer van een woning. Om de te realiseren ruimtelijke kwaliteit in beeld te brengen, worden drie praktijkvoorbeelden tegen het licht gehouden en aan de hand van de genoemde vijf thematische programmapunten van kommentaar voorzien(2).

Dongen, Prinses Beatrixstraat (3)
Voor het project in Dongen is een voorstel gedaan om de woning te vergroten door op de begane grond de woning uit te bereiden. Door met zorg de extra vierkante meters aan de begane grond toe te voegen, heeft de woning extra kwaliteiten gekregen. In de bestaande situatie was er in de woonkamer weinig ruimte om deze in te richten. Met de uitbreiding is de woonkamer geschikt gemaakt voor meerdere leefplekken (eetkamer en zitkamer).
Mits de perceelgrootte dit toelaat, is van een hoekwoning een seniorenwoning te maken door de begane grond extra uit te breiden met slaapkamer en badkamer.
Door de aanbouw zijn zowel de woonkamer als de keuken groter geworden. Een ruimte wordt nog als prettig ervaren en eenvoudig in te richten als de verhouding van het vertrek minimaal voldoet aan de verhouding 1:2,5. De ruimtelijkheid is eveneens vergroot door de transparante schuifdeuren tussen keuken en woonkamer.
De zonering – scheiding tussen het gemeenschappelijke en privé gedeelte van de woning – van de bestaande situatie is gehandhaafd, bezoek hoeft de privé-vertrekken zoals slaapkamers, badkamer en keuken niet te passeren om de woonkamer te bereiken.
Belangrijke ontwerpdetails zijn de transparante schuifdeuren en de kozijndetails van de buitenkozijnen.

Nieuwpoort, Liesdel
In de oorspronkelijke situatie is de woning geen doorzonwoning. De woonkamer bevindt zich aan de voorzijde en de keuken en berging aan de tuinzijde van de woning. Door de vertrekken te herschikken en de berging naar de tuin te verplaatsen, ontstaat ruimtelijk een betere woning. De woonkamer wordt vergroot door de keuken erbij te trekken. Doordat de totale afmeting van de woonkamer de juiste verhouding heeft (maximaal 1:2,5), is het een prettige ruimte. De woonkamer is nu in te richten met meerdere leefplekken/gemeenschappelijke ruimten. De bestaande berging is keuken geworden. Tevens is deze ruimte vergroot door de wand te verplaatsen en een kast erbij te betrekken. De toevoeging van de erker aan de woonkamer geeft een ruimer gevoel.
Door in de woonkamer twee deuren te plaatsen (naar hal en keuken), ontstaat de mogelijkheid om rond te lopen. Hierdoor krijgt men overzicht over de begane grond. Bezoek kan in de gemeenschappelijke ruimte (woonkamer) komen zonder privé-vertrekken te passeren. Verder is er voldoende differentiatie in vertrekgrootte voor verschillende activiteiten.
Belangrijke ontwerpdetails zijn de erker en kozijnindeling.

Vlaardingen, Flores Montal (4)
De huidige duplexwoning is zodanig getransformeerd dat een ruime doorzonwoning ontstaat. De begane grond wordt uitgebouwd met circa 50 kubieke meter. De keuken is aan de voorzijde geplaatst en de woonkamer heeft voldoende afmeting om meerdere leefplekken te creëren. De ruimtelijke kwaliteit van de woonkamer wordt onder andere bepaald door de daglichttoetreding en de vierkante vorm.
De openbare vertrekken bevinden zich op de begane grond. Men moet wel via de keuken om de woonkamer te bereiken. Er is voldoende variatie in vertrekgrootte om iedere functie voldoende ruimte te kunnen bieden. Belangrijke ontwerpdetails, die de sfeer versterken, zijn de detailleringen van de buitenkozijnen en van de uitbouw (plafond en wanden) en de toepassing van tuindeuren.

De woning in gesprek met de locatie

Het perceel en het bestaande casco vormen allereerst de basis voor de mogelijke aanpassingen van de woning(grootte). Maar er is meer. De locatie speelt ook een belangrijke rol. Niet in elke situatie is een woning te voorzien van een erker, dakkapel, dakopbouw of bijbouw. De situering speelt hierbij een dominante rol. Om een erker te kunnen toepassen, moet de straat een bepaalde breedte hebben. Hetzelfde geldt voor dakkapellen en dakopbouwen.
De naoorlogse woonwijken met doorzonwoningen zijn veelal nog sterk traditioneel verkaveld. De belangrijkste varianten op de traditionele bouw zijn de stempels met verschoven blokken, parkeren op de koppen en gedeeltelijk woonstraten zonder auto’s. Kenmerkend blijven de rijtjeswoningen en de ruime kavels.
De bloklengte is gemiddeld zes woningen, met een perceelgrootte van 150 vierkante meter voor een tussenwoning en 250 vierkante meter voor een kopwoning. Dit kan men in heel Nederland aantreffen (uitzonderingen daargelaten) (5).
Het bijzondere van deze verkaveling is dat ze alle potentie voor aanpassing in zich heeft. Woningen kunnen uitgebouwd worden. Er kunnen ter plaatse van de kopwoningen bijbouwen geplaatst worden. Op allerlei wijzen kan de woning vergroot worden. Bij vergroting is het essentieel dat de ruimtelijke samenhang niet vergeten wordt. Anders wordt de woning alleen groter en niet beter.

De noodzaak van de kwaliteitssprong

Nog te vaak lees je in de krant van een manager of directeur van een woningcorporatie – nooit een eigenaar-bewoner of particuliere verhuurder – dat de woningen niet aan te passen zijn aan de eisen van de toekomst en daarom gesloopt moeten worden. Uit de grote hoed van de betreffende kwaliteitsgoochelaar komt dan de actuele eis over de energetische kwaliteit van de woning. Als er iets gemakkelijk is aan te passen aan de eisen voor de toekomst, dan is het dit kwaliteitsaspect. Het vereist bijna nooit een structurele casco-aanpassing. Maar schijnargumenten zijn van alle tijden.
Er zijn echter wezenlijker argumenten aan te voeren om te slopen dan om te renoveren of te transformeren. Uiteindelijk gaat het bij een ingreep in de bestaande voorraad om de langere termijn. Dit vereist veelal een kwaliteitssprong, die verder gaat dan onderhoud, energie en comfort. Zeker bij langere beschouwingsperioden is het essentieel dat er ruime, comfortabele en duurzame woningen worden gerealiseerd.
De komende jaren zal er in de bestaande voorraad een kwaliteitssprong gemaakt moeten worden om ruimte te bieden voor de toekomst. Woningvergroting in combinatie met behoud en verbetering van de ruimtelijkheid vormt hiervan een essentieel onderdeel.

Bronnen
(1) ‘Onderzoek naar gebruikskwaliteit van vier woningbouwprojecten’, Martin Liebregts, Eindhoven, 1988.
In dit onderzoeksverslag worden zeven thematische programmapunten genoemd. In een latere fase zijn ze teruggebracht tot vijf.(2) De drie voorbeelden zijn ontleend aan de renovatiepraktijk van de BouwhulpGroep uit de periode 2007-2008.
(3) Zie de projectbeschrijving elders in dit nummer van Renovatie.
(4) ‘Van sloop naar staalkaart van renovatie’, Renovatie nr. 4/2007
(5) Deze gegevens zijn gebaseerd op een honderdtal projecten met doorzonwoningen uit de periode 1950-1970.