DENKEN IN COMPONENTEN

In het kader van de design & innovatie workshop (2)

Door Roel Simons en Sandra Arts

Er is de afgelopen jaren al veel geschreven over ComponentRenovatie (1). Vaak wordt vanuit een technisch of financieel oogpunt gekeken naar de mogelijkheden, die het denken in componenten met zich meebrengt. De technische en financiële kaders zijn natuurlijk belangrijke uitgangspunten voor de aanpak van een woning, maar het beeld en het gebruik mogen niet onderbelicht blijven. In dit artikel wordt het begrip ComponentRenovatie vanuit dat perspectief beschouwd, waarbij drie zaken centraal staan:

  • Hoe beschouwen we het beeld van de bestaande woningvoorraad als we denken in componenten?
  • Wat wordt de rol van architect bij ComponentRenovatie?
  • Hoe wordt de ‘leegte’ tussen de componenten vormgegeven?

In de Design en Innovatieworkshop van 30 oktober 2014 kwam na de serie van één (2) het onderdeel ComponentRenovatie aan bod. Ga met ons mee op zoektocht naar de veranderende bouwwereld en kijk door een bril die gericht is op de architectuur, opgebouwd uit componenten.

BouwhulpGroep-Design&Innovatie-componentrenovatie-schets

De fysieke grens van het complex voorbij

De bestaande woningvoorraad wordt momenteel beheerst door denken op stads-, wijk-, complex- en woningtypeniveau. Aan de hand van deze verschillende niveaus kunnen we in onze woningvoorraad een grote diversiteit herkennen. Binnen een stadsdeel komen meerdere complexen voor, die op zichzelf weer meerdere woningtypen kunnen bevatten. In onderstaande afbeeldingen zien we een wijk van 1.700 woningen, ingedeeld in 23 woningtypen, gebaseerd op bouwsysteem en bouwjaar.

BouwhulpGroep-Design&Innovatie-componentrenovatie-eindhoven-generalenbuurt

Als we onze woningvoorraad zouden bekijken vanuit componenten, dan kan het zijn dat we op een hele andere indeling van de wijk komen. Een component wordt dan gedefinieerd als samenhangende bouwdelen, die tezamen voorzien in een bepaalde gebruikskwaliteit. Als we het dak als voorbeeld nemen en niet alleen beschouwen vanuit technisch oogpunt, maar het gebruik van de onderliggende ruimte meenemen, dan kunnen we een ander soort typering aan de woningen toekennen. We praten dan over ‘families’ (3). Een familie heeft dezelfde hoofdkenmerken (indeling, ruimte, vorm), maar kan op detailniveau van elkaar verschillen (afwerking, materialisering, kleur). Onderstaand figuur toont negen mogelijke ‘dakfamilies’ voor rijtjeswoningen uit de naoorlogse periode.

BouwhulpGroep-Dakhelling-rijtjeswoning-componentrenovatie

Het component dak zegt in bovenstaand overzicht meer dan over de vorm, het gaat hier ook over de bruikbaarheid van de zolderruimte. Waar bij het ene type dak een dakkapel veel toegevoegde waarde zou hebben voor de zolderruimte, is bij het andere type dak een dakkapel volstrekt onlogisch, omdat de zolderruimte nooit als leefruimte gebruikt kan worden door de beperkte hoogte. Dit levert bepaalde logische ontwerpmogelijkheden die niet direct gebonden zijn aan de technische staat en afwerking van het dak.
Als we op deze manier kijken naar de componenten van woning, dan gaan we voorbij aan de fysieke grens van een woningtype en complex. Een dakfamilie behoort niet tot een bepaald type woning en is dus geen specifieke eigenschap van een bepaald woningcomplex. Het is een eigenschap van een component, dat in vele verschillende woningtypen is toegepast. Als we dezelfde wijk nogmaals zouden beschouwen, maar dan vanuit het component dak, dan kunnen we met vijf families de wijk ordenen, voordat we gaan nadenken over eventuele oplossingen.

BouwhulpGroep-Design&Innovatie-componentrenovatie-eindhoven-generalenbuurt-dak

Het denken in componenten zorgt ervoor dat de grenzen van stad, wijk, complex en woning worden overschreden en het typeren van onze bestaande woningvoorraad wordt vereenvoudigd. De aanpak van een wijk wordt behapbaar en voor het dak van een woning in Maastricht geldt ineens dezelfde vraag als voor een dak in Alkmaar.

De rol van de architect

Het ontwerpen met componenten vraagt om een nieuwe rol van de architect. Waar voorheen het woongebouw als geheel werd aangepakt, gaat het nu om een onderdeel van de woning. Dit onderdeel moet passend zijn voor het type woongebouw met de bijbehorende architectuur. De rol van de architect zal misschien veranderen van bouwmeester naar productontwerper. Per familie kunnen er verschillende producten ontworpen worden, waardoor een concreet aanbod ontstaat per component. Zo kunnen er in de toekomst voor negen componenten een legio aan producten ontworpen worden.
Naast de rol van productontwerper zal de architect ook als vormgever van de woning moeten fungeren. Hij wordt als het ware een regisseur van componenten. De regisseur van de componenten zal cohesie moeten zoeken tussen de verschillende onderdelen van een woning. Bepaalde componenten passen beter bij elkaar dan anderen en kleur blijft een belangrijke afweging voor het beeld. Net als een interieurontwerper zal de architect moeten kijken naar het mogelijke aanbod in de markt en zal deze een passend voorstel voor een woning moeten maken.
De rol van de architect wordt hierdoor tweeledig. Enerzijds dienen de componenten te worden ontwikkeld en vormgegeven en anderzijds dienen de juiste kaders afgestemd te worden om een coherent totaalbeeld te krijgen.

De leegte als ontwerpuitdaging

Naast de vormgeving en het regisseren, brengt het loskoppelen van de verschillende componenten in de woning voor de architect een extra uitdaging met zich mee. Wat gebeurt er namelijk met de lege ruimte tussen de componenten? Wie ontwerpt de aansluitingen? Worden de overgangen ‘hard’ vormgegeven of wordt het een ‘zachte’ overgang van componenten? En wie borgt de eindkwaliteit van het product ‘wonen’?
Om de leegte beter te verbeelden, willen we de vergelijking maken met de interieurontwerper. Een interieurontwerper kijkt naar de best passende invulling per ruimte en kiest een bepaalde vloerafwerking. Deze ruimten komen op de grens in aanraking met de naastliggende ruimten, met wellicht een andere vloerbedekking. De overgang van de ene naar de andere vloerbedekking is vergelijkbaar met ‘de leegte’ tussen twee componenten (ruimten). Hoe je deze overgang vormgeeft, is erg afhankelijk van de stijl van de woning, soms gebruik je een dorpel en soms is het verschil tussen vloerbedekking voldoende om een overgang te creëren. In dit laatste geval, ontwerp je de leegte niet, maar is het ontwerp van de onafhankelijke ruimte goed genoeg om geen vreemde overgang te creëren.
Het denken in componenten zal onze complexe bouwopgave aanzienlijk kunnen vereenvoudigen door te zoeken naar de juiste overeenkomsten op componentniveau. Een passend aanbod kan worden gecreëerd voor een onderdeel van een woongebouw dat overal in Nederland (en zelfs Europa) kan staan. De architect zal bij deze opgave een belangrijke rol gaan spelen als productontwerper, regisseur en vormgever van de leegte, om ervoor te zorgen dat het aanbod een goede pasvorm krijgt bij de architectuur van de bestaande woningvoorraad.

Bronnen:
(1) ‘ComponentRenovatie Centraal’, Martin Liebregts en Yuri van Bergen, blog www.hollands-ontwerp.nl, 9 maart 2010
(2) ‘Ontwerpen in de serie van één’, blog www.bestaandewijk.nl, 18 november 2014
(3) ‘Renoveren met de blik voorwaarts’, Yuri van Bergen, blog www.bestaandewoningbouw.nl, 30 oktober 2014