ONTWERPEN IN DE SERIE VAN EEN

In het kader van de design & innovatie workshop (1)

Door Sandra Arts en Roel Simons

Twee weken geleden hebben we vanuit onze weblog www. bestaandewijk.nl een inspiratieworkshop georganiseerd om de ideeën ten aanzien van design en innovatie in de dagelijkse ontwerppraktijk met elkaar te delen. Drie hedendaagse thema’s zijn hierbij aan bod gekomen; Ontwerpen in de serie van één, Denken in Componenten en Bewoners aan de knoppen. In een artikelenserie zullen de komende weken de drie thema’s verder uitgediept worden. Samen met de acht deelnemers worden conclusies getrokken en visies gegeven voor de toekomst.
In dit eerste artikel komt ‘Ontwerpen in de serie van één’ aan de orde; wat betekent de serie van één voor het beeld van de eengezinswoningen en andersom: wat betekent de huidige architectuur van de woningen voor de grenzen aan de serie van één.
De serie van één biedt de bewoner, net als de particuliere eigenaars, de mogelijkheid om zelf te bepalen wat hij wil wijzigen aan gevel of dak van zijn woning en wanneer hij deze wijziging wil aanbrengen. Dat klinkt natuurlijk perfect, maar om te voorkomen dat het straatbeeld een rommeltje wordt, moeten we ons de vraag stellen waar we de bewoners wel en waar niet uit kunnen laten kiezen. Je wilt zoveel mogelijk maatwerk aanbieden, maar waar liggen de grenzen?
Anders maar toch gelijk
We kennen allemaal wel de grachtenpanden in Amsterdam. De gevels zijn allemaal anders vormgegeven en toch past het bij elkaar in het straatbeeld. En wordt het geen chaos zoals bij de linker afbeelding. Hoe komt dat? Dat komt doordat er een duidelijke structuur in valt te ontdekken. Bij de serie van één kan per individuele woning gekozen worden voor bijvoorbeeld een bepaalde textuur, ornamenten, afwijkingen in kozijnindelingen of zelfs een compleet andere gevel of dakopbouw. Maar hoe zorgen we er nu voor dat het past in het totale straatbeeld net als de grachtenpandjes? Het is dan belangrijk om hier ook een structuur in aan te brengen.
Wat bij een individuele woningaanpak essentieel is, is dat er een gemeenschappelijke drager is. Als er een uniforme basis, drager, is dan is er variatie mogelijk zonder dat het een rommeltje wordt. Denk bijvoorbeeld aan voortuinen. Niet iedereen is even handig in tuinieren en niet iedereen heeft dezelfde inrichting. Maar als deze voortuinen nou allemaal dezelfde erfafscheiding zouden hebben dan maakt het eigenlijk niet veel meer uit wat er achter zit. Het geheel wordt veel rustiger. Op dezelfde wijze kun je ook de gevels en het dak beschouwen. Ga op zoek naar het gemeenschappelijke om de ruimte voor variatie te bepalen.

Aandacht voor de huidige architectuur
Bij de aanpak van de woningen kunnen we drie ingreepnivo’s onderscheiden; conserveren, renoveren en transformeren. Deze ingreepnivo’s hebben alles te maken met de investeringsperiode en het te realiseren kwaliteitsnivo. De serie van één kan bij alle drie de nivo’s toegepast worden, maar de zoektocht naar het gemeenschappelijke zal per nivo een ander resultaat op leveren. Conserveren is hierbij de meest behouden aanpak. Veilig en gezond is het thema om de woningen te verbeteren. Omdat de ingreep aan de schil bescheiden is, zal de variatie tussen het uiterlijk van de woningen onderling klein zijn. De huidige architectuur van de woningen wordt nauwelijks aangetast. Hierdoor is het eenvoudiger de gemeenschappelijke drager te bepalen en zal deze gezocht moeten worden in de huidige architectuur.
Bij renoveren, veelal voor een periode van 25 à 30 jaar, zullen de ingrepen aan het dak en de gevel groter zijn. Door bijvoorbeeld het isoleren van de gevel aan de buitenzijde, door middel van buitengevelisolatie of het isoleren van het dak aan de buitenzijde, waardoor het dak hoger wordt ontstaan grote verschillen in uitstraling (intern zijn er vaak geen wijzigingen, hierdoor is het niet nodig in de gevelopeningen in te grijpen waardoor deze ongewijzigd blijven). De variatie tussen het uiterlijk van de woningen is groter dus is het belangrijk om de grenzen en de gemeenschappelijkheid aan te geven. Bij renoveren blijft de huidige structuur veelal ongewijzigd en is dus bepalend voor het beeld. Deze structuur kan de kaders geven om de variaties op te vangen.
Bij transformatie is het denkbaar dat de complete gevel van een woning gewijzigd/vervangen wordt en die van de buren niet. Zowel technisch als architectonisch zijn de aansluitingen bepalend. Er wordt hierbij geen rekening gehouden met de huidige architectuur van de woningen. Deze kan volledig veranderen. De uniformiteit zal niet in de huidige architectuur gevonden kunnen worden, maar er zal iets toegevoegd moeten worden, bijvoorbeeld gemetselde penanten tussen de woningen (vormgegeven woningscheidingen).
Ieder scenario heeft een ander nivo van ingreep in de bestaande architectuur, dus gelden er andere uitgangspunten ten aanzien van de visie over het uiteindelijk te realiseren straatbeeld bij de individuele schilaanpak. Afhankelijk van de ambitie zal een bijpassende oplossing gezocht moeten worden. Als de ambitie is om alle nivo’s (conserveren, renoveren en transformeren) in één blok toe te passen dan is de transformatie bepalend voor de aanpak.
De corporaties aan het woord
Corporaties vinden het een goed idee om binnen door de opdrachtgever gestelde kaders verschil te maken in architectuur, zodat bewoners/de corporatie individuele keuzes kunnen maken over de buitenkant van de woning. De architectuur leidt tot een verschil in gevels maar vormt wel een samenhangend geheel.
Laten we de uniformiteit vinden in de diversiteit. Serie van één zorgt voor een moment-onafhankelijke oplossing voor de individuele bewoner. Het geeft zeggenschap aan de huurder voor zijn eigen thuis.
De serie van één geldt op het moment nog alleen voor de eengezinswoningen. Meer dan de helft van de voorraad is hoogbouw. De uitdaging zal liggen hoe de serie van één toe te passen bij de meergezinswoningen.

Om de serie van één zowel esthetisch als financieel haalbaar te maken, zal dus vooraf zorgvuldig bepaald moeten worden wat de ambities zijn en wat dat betekent voor de grenzen van de keuzes.