WONEN AAN DE LIJNBAAN IN DE SCHOONHEID VAN DE WEDEROPBOUW

Door Sandra Arts

De oplevering van de eerste twee appartementen van in totaal 6 appartementen die gerealiseerd worden in een voormalige magazijnruimte en woning over drie verdiepingen boven een winkel in de binnenstad van Eindhoven in opdracht van Dela Vastgoed.

Hermanus Boexstraat 2 - LR

Lees verder

De laan als verbindend element (1) Plataanbuurt, Philipsdorp

Auteurs: Martin Liebregts en Roel Simons

De hiërarchie en de samenhang

De Plataanbuurt vormt een van de vier buurten van Philipsdorp, is gebouwd in 1920 en omvat 249 woningen. Een winkelwoning is in het verleden afgebroken. De as van de buurt wordt gevormd door de Plataanlaan met in het midden een plein. Deze brede straat (12 à 18 m1) met deels groene voortuinen geeft de hele buurt een ruim en groen karakter. Het verspringen van de laan ter plaatse van het plein zorgt ervoor dat de geborgenheid van de buurt behouden blijft. Alle binnenstraten worden ter ondersteuning door een knik of beëindiging gevangen.
De buurt vertoont alle eigenschappen van een tuindorp: veel zicht op groen, wisselend gevelbeeld, straten die ruimtelijk beëindigd worden en hiërarchie in de totale opbouw. De geleding van de gevels, in het bijzonder die van de gevelopeningen, ondersteunt de schaal van het wonen (2).

 

BouwhulpGroep Situatiek Plataanbuurt_1000px

 

Lees verder

De eigenheid van een vooroorlogs buurtje

Auteurs: Martin Liebregts en Roel Simons

De Lijsterbesbuurt: een onderdeel van Philipsdorp

De Wittejassenbuurt (1)

De Lijsterbesbuurt is rond 1920 gebouwd. De stedenbouwkundige opzet is van De Bazel en de architectonische invulling (woningontwerp) is van Smits, de architect van Philips. Het gaat om 69 woningen waarvan de oppervlakten relatief groot zijn. De gemiddelde oppervlakte van de woonkamer en keuken bedraagt circa 43 m2 (variabel van ruim 33 m2 tot circa 70 m2).
De luxe van de woningen wordt ook nu nog onderstreept door de aanwezigheid van een grote badkamer in de meeste woningen (gemiddeld 7,6 m2). De woningen waren bestemd voor de leidinggevenden in de Philipsfabrieken, vandaar de bijnaam ‘Wittejassenbuurt’. Van de 69 woningen zijn 63 woningen gelijksoortig en zes woningen, verdeeld over twee woningtypen, nemen een bijzondere positie in.

  • De twee-onder-een-kapwoningen, gelegen op de hoek van De Jonghlaan en Olmenlaan.
  • De vier naoorlogse woningen, die gebouwd zijn ter vervanging van het in de oorlog gebombardeerd blokje aan De Jonghlaan.

Bouwhulpgroep_Philipsdorp_maatvoering_kozijnen_Lijsterbesbuurt

Lees verder

Bedrijfsterrein nieuwe stijl

Door Irene Edzes

De structurele leegstand van bedrijfsterreinen in Nederland is een groot probleem. Het aantrekkelijk maken van oude bedrijfsterreinen is een belangrijke uitdaging. Soms biedt de ligging op de rand van stad en landschap de nodige aanknopingspunten. Zo vormt een nieuwe randweg ter revitalisatie van een bedrijventerrein in Kortenhoef de aanleiding voor een stedenbouwkundig plan dat landschappelijke waarden herstelt en bovendien een nieuw gezicht geeft aan een verrommeld bedrijventerrein.

De ligging van bedrijventerrein De Slenk is bijzonder. Het terrein is gesitueerd aan een oud lint, op de overgang tussen verschillende landschappen en aan de rand van een waardevol natuurgebied. In het verleden zijn de kavels waaruit het terrein bestaat vrij willekeurig uitgegeven en vervolgens pragmatisch ingevuld. Het ontbreken van een plan op grotere schaal heeft echter niet ongunstig uitgepakt. De structuur van het landschap klinkt nog duidelijk door in de hapsnap verkaveling.

Een nieuwe ontsluitingsweg voor het bedrijfsverkeer moet het oude lint ontlasten.  Langs deze nieuwe weg kan een nieuwe bebouwingsrand worden gerealiseerd van representatieve en architectonisch verwante gebouwen. De eerste gedachte om de nieuw aan te leggen randweg eenvoudigweg af te planten deed ons inziens geen recht aan de mogelijkheden. Veel interessanter is het om in te haken op de herinrichting die gaande was in het aangrenzende natuurgebied. Door over de grenzen van de locatie te kijken kan met de randweg een mooie overgang naar het landschap worden gemaakt. Daarmee komen ook andere financieringsmiddelen in beeld.

In het stedenbouwkundig plan (Vollmer & Partners) begeleidt een ritmisch spel van houtsingels de randweg. Langs deze houtsingels is een natuurlijke zone voorgesteld van moerasbosjes binnen een strak slotenpatroon. Deze overgangszone ligt buiten het eigenlijke grondgebied, maar met de herinrichting van het natuurgebied kan hier op worden ingespeeld. Ter hoogte van de routes op het bedrijventerrein bieden openingen in de groene rand mooie doorzichten over het water. Deze doorkijkjes bieden niet alleen houvast in de oriëntatie maar versterken ook de ruimtelijke belevingswaarde van het terrein. De planstructuur is gebaseerd op het oorspronkelijke slotenpatroon. Het terrein wordt met dit plan de mogelijkheid geboden tot uitbreiding en krijgt tegelijkertijd een heldere begrenzing en een nieuw gezicht.

EENVOUD IN HET GROEN

Door Martin Liebregts

De herhaling

In de wederopbouwperiode na de oorlog verschijnen de eerste systeemwoningen op het toneel, om mede een antwoord te geven op het groeiend woningtekort. Een van deze systemen wordt aangeduid met het systeem Welschen. Toevallig kwam ik in een boekwinkel in Coevorden een boekje over het tuindorp aldaar tegen, dat circa tien jaar geleden gesloopt was (1). Een kort citaat uit het boekje geeft een beeld van het verleden:

‘Het werden witte huizen en daarom wordt het ook wel het ‘Witte Tuindorp’ genoemd. Anderen noemden het Jeruzalem. Het nieuwe Tuindorp werd een nieuw lustoord. Het was heel mooi aangelegd. De huizen stonden in een groene ruimte van gazons, tuinen en bomen. …In het nieuwe Tuindorp daarentegen kwamen veel leraren en ambtenaren te wonen in een voor die tijd heel gerieflijke woning.’

De woningen beschikten over gemeenschappelijke voortuinen. Deze wijk vertoonde grote overeenkomst met twee complexen waarvoor wij als bureau de afgelopen jaren renovatieplannen hebben ontwikkeld en die uitgevoerd zijn of worden: De Witte Wijk in Heerlen (2) en Prinses Margrietstraat e.o. in Middelburg (3). Ook deze wijken, rond 1950 gebouwd met Welschen-woningen, beschikten (oorspronkelijk) over gemeenschappelijke voortuinen en zijn stedenbouwkundig zeer ruim opgezet. In alle drie projecten was de kracht gelegen in de stedenbouwkundige opzet, waarbij de eenvoud van de woning juist die kwaliteit ondersteunde.

Eenvoud in het groen

De oorspronkelijke architectuur is sober. De bouwstenen, die het accent geven, zijn bescheiden en bestaan uit betonnen sierkaders ter plaatse van de voordeur, al of niet in combinatie met een luifeltje, betonnen sierelement als puivulling, gemetselde schoorsteen of siermetselwerk ter plaatse van de kopgevel. In de loop der jaren is de kozijnindeling gewijzigd en is deze beperkte verfijning verdwenen. Ondanks deze architectonische versobering blijft het geheel door de stedenbouwkundige setting toch nog ‘aardig’ en aantrekkelijk ogen.

Behoud van eigenheid

In de twee projecten – Heerlen en Middelburg – is bewust gekozen om de eigenheid van de buurt, dat bestaat uit een samenspel van stedenbouw en architectuur, te behouden en de woningen weer voor vijfentwintig à dertig jaar geschikt te maken voor bewoning. In beide gevallen ligt de aanpak bij de schil (gevel en kozijnen). Door kleine accenten aan te brengen, is gepoogd om de oorspronkelijke eenvoud een beetje te laten schitteren. En dat is toch vaak de opgave bij de aanpak van de bestaande woningvoorraad.
Pas nu wordt duidelijk wat de kracht van een stedenbouwkundig concept is en wat ervoor pleit de kwaliteit van dit concept met elkaar te koesteren. Eenvoudige architectonische woningen kunnen pronken in een samenhangende setting van groen en ruimte.

Bronnen
(1)  ‘Tuindorp, door de jaren heen’, Leidy van Nuil-Brunink en Hennie Bos-Lennips, Dalen 2003
Dit boek gaat over de speeltuinvereniging BSV Tuindorp en zijdelings worden ook het Rode Tuindorp (1921) en het Witte Tuindorp (1950-1952) behandeld. Beide complexen zijn in de loop der tijd vervangen. Het Witte Tuindorp is een stedenbouwkundig plan van J.A.M. de Boer (154 woningen)
(2)  De Witte Wijk te Heerlen omvat 260 eengezinswoningen, die in 2005/2006 zijn gerenoveerd. De stedenbouwkundige was Jos Klijnen en architect Stoks, die aan de basis van het plan uit 1951 gestaan hebben
(3)  Het complex van 42 eengezinswoningen en 88 duplexwoningen in de Prinses Margrietstraat e.o. in Middelburg zijn een ontwerp van Groosman. De uitvoering van de renovatieplannen vindt plaats in 2012

Citypark T Green

door Frank van Winden en Joris Verhoeven

De Spoorzone is een omvangrijk gebied in het centrum van Tilburg met in het hart De Werkplaats: het voormalige NS-terrein aan de noordkant van het Tilburg CS. Generaties Tilburgers werkten binnen de muren aan locomotieven en treinen, op steenworp afstand van de stadswijk Theresia.
Citypark T green is een studie naar een uitgestrekt stadspark in dit gebied, als alternatief voor de huidige ontwikkelingen die op planning staan.

De laatste plannen voor het gebied gaan namelijk uit van een invulling met een hoge dichtheid van wonen en werken. De woning- en kantorenmarkt zit echter in het slop en een plan dat uitgevoerd moet worden door marktpartijen zal de komende tijd weinig kans van slagen hebben. Met name de beoogde rendementen staan onder hoge druk en de verwachting is dat deze de komende jaren niet haalbaar zijn. Uit de studie blijkt een alternatieve aanpak meer passend: ontwikkeling door de gemeente en een duurzame oplossing voor de lange termijn, waarbij de belangrijkste conclusie is: veel minder bouwen.

De studie gaat uit van een groot landschapspark genaamd T Green waarin allerlei culturele en toeristische voorzieningen zijn ondergebracht. Het park strekt zich als een campus uit van het NS plein aan de oostzijde tot de Fraterstraat aan de westzijde. De bestaande spoorbanen worden als wandelpaden ingezet om de bezoeker door het park te leiden, historisch en functioneel weinig interessante gebouwen worden geheel of gedeeltelijk weggenomen waardoor er extra ruimte en lucht in het park ontstaat.
Juist wel bruikbare en interessante gebouwen worden ingezet en fungeren als paviljoens in het openbare groen. Bestaande kabels en buisleidingen, hangend op enkele meters boven het maaiveld, worden voorzien van lichtarmaturen. De bestaande kraanbaan kan dienst doen om schommels aan te hangen. De visie herbergt onder andere een trimroute, een restaurant, een markthal, een indoor skatehal, een expositieruimte, een grand café, een stadstuin, een speeltuin en een markthal. Het in het stadspark gelegen centrumplein kan worden ingezet voor evenementen. De aantrekkingskracht van een groen hart in het centrum van Tilburg zal een enorme economische boost geven aan de binnenstad.

Een transformatie van werkplaats naar stadspark behoeft geen eindstation te zijn. Juist in deze tijd van aanhoudende economische onzekerheid, biedt een transformatie tot stadspark een passende oplossing. Het slopen van gebouwen en het geschikt maken van de terreinen is in elk ontwikkelingsscenario noodzakelijk. De stap naar een park is vervolgens een vanzelfsprekende en biedt bovendien de mogelijkheden om dit uitgestrekte en unieke terrein aan het stadscentrum toe te voegen. Geen overmatige, risicovolle en mogelijk slecht renderende nieuwbouw maar zorgvuldig geregisseerde beperkte ingrepen waarbij zoveel mogelijk het bestaande erfgoed intact blijft en als een decor voor een prachtig stadspark wordt ingezet.
Voorbeelden van dergelijke succesvolle interventies zijn er meer dan genoeg, o.a. Welterbe Zollverein en Landschaftpark Duisburg in het Ruhrgebied en het complex van de Westergasfabriek te Amsterdam.
Met T green willen we als ontwerpers de bewoners en bestuurders van Tilburg de mogelijkheden tonen van de voormalige NS werkplaats en de discussie over invulling ervan verruimen.

Voor meer informatie: www.T-Green.nl

Een wijk, een buurt, een straat, maar vooral mensen

Het gezicht van een renovatie

door Martin Liebregts en Dagmar Ebbeling

De renovatie van de Prinses Beatrixstraat in Dongen laat zien dat het altijd om wonen en mensen gaat. Het beeld vertelt de verandering in de tijd, van de planontwikkeling in 2006 tot de oplevering en herbewoning in 2011. Een doorkijk naar de hele wijk Dongen-Zuid geeft een impressie van zestig jaar wonen.

Het boekje wordt 19 december gepresenteerd aan de bewoners

HET BLOK ALS ONDERSCHEIDENDE EENHEID: het verhaal van Oud-Philipsdorp

Auteurs: Martin Liebregts en Roel Simons

Oud-Philipsdorp vormt met zijn 241 woningen en 4 winkels de eerste bebouwing van Philipsdorp, dat gebouwd is in de periode 1910-1916. De gehele wijk is afgebouwd in 1920 en omvat totaal meer dan 700 woningen. Het stedenbouwkundig concept van Philipsdorp is in eerste aanzet van G.J. De Jongh en vervolgens duidt K.P.C. De Bazel die zijn stempel op de ontwikkeling van de resterende wijk (1). In dit artikel gaat het om de eerste bouwfase van de wijk en de mogelijke kwaliteitsaanpassing qua beeld. De woningen zijn oorspronkelijk van architecten Kooken en/of Smit (2).

Lees verder

Ideeën achter het wonen in de jaren zeventig en tachtig

Auteur: Martin Liebregts

Terug kijken roept altijd veel discussies op, omdat niet iedereen dezelfde aspecten zal belichten en de motieven en de aanleidingen verschillend worden beoordeeld. Ze kleuren dus het verleden en de kleur is niet eenduidig. Het is daarom ook niet zinvol alleen terug te kijken als je iets over de huidige kwaliteit wilt zeggen, maar het gaat erom vooral de huidige fysieke structuur op zijn waarde te beoordelen.
Toch is het ondersteunend bij het ontwikkelen van het begrip motieven en aanleidingen te begrijpen, die in het verleden een rol hebben gespeeld. Zo heeft de opkomst van de breedplaatvloer ervoor gezorgd dat de overspanning ineens vergroot kon worden, terwijl de woningbreedte versmald werd. Echter de totale dichtheid (aantal woningen) werd niet groter. (1)

Lees verder

Een zoektocht naar knusheid: De woningbouw uit de jaren zeventig en tachtig

Auteur: Martin Liebregts

Er moet sprake zijn van enige afstand om de ontwikkelingen en gebeurtenissen te begrijpen. Dat geldt ook voor de stedenbouwkundige, architectonische en volkshuisvestelijke ontwikkelingen uit het verleden. Je was erbij, maar pas bij een terugblik wordt een beetje van de essentie duidelijk en kunnen (ideologische) vooroordelen terzijde geschoven worden. Dit speelt zeker ten aanzien van de beschouwing over de woningbouw uit de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw.

Lees verder