Klein wonen, gestapeld, vanaf de jaren zeventig

Auteur: Martin Liebregts

In de jaren zeventig van de vorige eeuw zijn veelal de grootste gestapelde woningen gebouwd als galerijflat, die vervolgens ruim twintig jaar lang bijna nooit meer overtroffen zijn. Pas vanaf 2000 – met de opkomst van de meerkrachtige senioren en Yuppies – zijn de appartementen weer in grootte toegenomen (1). Globaal zijn er drie perioden te onderscheiden:
–  Tot en met 1975   :  De ‘aannemers’ galerij met lift;
–  1976 – 1999       :  Gestapeld wonen veelal zonder lift;
–  Vanaf 2000        :  De portiek met lift en soms een galerij.

 

 

De ‘aannemers’ galerij met lift
Het gebouwtype en product van de galerijflat ‘aannemers’ was een concept avant la lettre. Door een sterk doorgevoerde standaardisatie is in de periode 1965-1975 een zeer groot aantal galerijflats weggezet. Het specifieke maatwerk was uiterst beperkt. Het zijn veelal flatgebouwen met tien woonlagen en tien woningen of meer per galerij. De flats zijn nu nog bekend onder de naam van de oorspronkelijke bouwer (ERA, WILMA etc.). De gemiddelde inhoud van deze galerijflat is 280 kubieke meter of meer (2). Het waren oorspronkelijk de woningen voor middengroepen (c.v., comfort, lift, uitzicht etc.).

Gestapeld wonen veelal zonder lift
Vanaf 1975 vindt zowel in de uitbreidingswijken en in de stadsvernieuwingswijken een massale toepassing van de portiekflat plaats. Begin jaren tachtig verschijnt, vanwege de kleinschaligheid en de directe ontsluiting vanaf de straat, ook de boven-/benedenwoning weer op het toneel. In de periode tot 1990 weet dit gebouwtype een belangrijke plaats op de markt te verwerven en een (bijna) gelijkwaardige rol te vervullen als de traditionele portiekflat.
Gedurende deze gehele periode blijft de grootte van de woningen beperkt. Ze liggen beneden die van de galerijflats van rond 1970 en sluiten qua grootte eerder aan bij de portiekwoningen uit de jaren zestig. In die zin is de portiekwoning tussen 1960-2000 niet veel in ruimte toegenomen. Als we dit beseffen, kijken we heel anders aan tegen de toekomst van de flats uit de jaren zestig en hun grootte (3).

 

 

De portiek met lift en soms een galerij
In de jaren negentig wordt de lift meer gemeengoed, ook bij vier lagen en minder. De toegankelijkheid van woongebouw en woning staat vanaf 1990 bovenaan op de agenda. Na 2000 wordt ook de gemiddelde woning groter, mede vanwege de economische groei. Ook de vorm van het woongebouw verandert. De eenvoudige herhaling van een portiek wijzigt meer in de realisatie van meer autonome woongebouwen met portiekontsluiting.

Bronnen
1.  Onderzoek naar de gestapelde koopwoningen uit de periode 1970-2000 (mei, juni 2011, prijsklasse 150 duizend tot 250 duizend euro, gemiddeld 190 duizend euro).
2.  De grootte van de galerijflats uit de periode 1966-1973 was gemiddeld 280 m3 en varieerde van 250 tot 310 kubieke meter, exclusief balkon, galerij en rest van de gemeenschappelijke ruimten, BouwhulpGroep, inventarisatie galerijflats 1950-1975
3.  De portiekwoningen uit de jaren zestig (1960-1969) waren gemiddeld ~235 m3 (175 -205 m3), BouwhulpGroep, inventarisatie portiekflats 1950-1975