RUIMTELIJKE VRIJHEID DOOR EEN VASTE STRUCTUUR

serie over nieuwe plattegronden -8-

Door Martin Liebregts en Sandra Arts

Bij de ontwikkeling van een locatie, wijk of blok is men vaak terughoudend om te denken in een bouwstructuur, omdat het de creativiteit zou ondermijnen. Als ik daar geluiden hoor denk ik aan de ‘oude’ steden, die volgens een gridpatroon zijn opgebouwd (1). Er is geen mens te vinden die zal beweren dat de ruimtelijke kwaliteit en diversiteit binnen het grid geen kans krijgt. Juist de ogenschijnlijke strenge afspraken over de hoofdstructuur laat in de praktijk een grote verscheidenheid aan invullingen zien en zorgen ervoor dat elk samenstellend onderdeel zijn eigenheid kan krijgen. Dus vaste structuur en ruimtelijke vrijheid met eigen identiteit zijn niet per definitie strijdig.

Dus de beperking van de mogelijkheden is niet verbonden met het feit dat er een structuur is vastgelegd. Wel is elke structuur enigszins verbonden. Het gridpatroon van Elburg vormt bijna een kleine stad, die van Barcelona bijna een metropool.
Een zelfde benadering geldt voor de cascostructuur – de grid van gebouwen-  en de gewenste mogelijkheden. Kantoren, fabrieken, garages en woongebouwen benutten ieder hun eigen specifieke maatstructuur. Echter de structuren beginnen elkaar te naderen als er maximale indelings- en gebruikswijze wordt verlangd.

Bestaande gebouwen en rijtjeswoningen

De afgelopen veertig jaar, dat de renovatie van gebouwen een onderdeel is geworden van de kwaliteitsaanpassing van de bestaande gebouwenvoorraad, laat zien dat er veel mogelijk is met de bestaande cascostructuur. Te denken valt aan portieketagewoningen en traditionele rijtjeswoningen. Bij portieketagewoningen is door horizontale of verticale samenvoeging een scala van ruimtelijke oplossingen te bedenken, die uiteenlopende gebruiks-/woonprogramma’s in de structuur kunnen bevatten, variërend van herenhuis, atelierwoning tot een traditioneel appartement. Ofschoon de portieketagewoningen over een cascostructuur beschikken, die door zijn maat beperkt is, is toch voldoende ruimte voor allerlei oplossingen (2). Hetzelfde verhaal is te houden voor de doorzonwoning. Ook de structuur hiervan, die in eerste instantie bestaat uit een beukmaat van ruim 6 m en perceelgrootte van 150 m²(tussenwoning) en 225 m² (eindwoning). De bestaande woningen omvatten circa 325 m³ gemiddeld en zijn met 100 tot 150 m³ te vergoten.
Ook de aanpak van ‘oude’ kantoor- en fabriekscomplexen laten zien dat er in wezen veel ruimte voor aanpassing is. Opgemerkt moet worden, dat de aanwezige cascostructuur wel van invloed is op de speelruimte en op de mogelijkheid de ruimte efficiënt te benutten. Maar ook inefficiënt gebruik van de ruimte heeft zijn eigen ruimtelijke kwaliteit.

Op zoek naar een structuur met extra vrijheid

Zoals reeds gezegd bezit elke cascostructuur boven 4,5 m (h.o.h.) een mogelijkheid om tot een invulling te komen (3). In principe zijn er drie hoofdmaten te onderscheiden met de erbij behorende bandbreedten:

  • 4,5 – 4,8 m (h.o.h.). In principe is deze beuk geschikt voor de (hoofd) woonfuncties. Deze maat komt al voor bij de eerste sociale woningen van rond 1915.
  • 6.0 – 6,2 m (h.o.h.). Deze maat is vooral gebaseerd op de vereiste ruimte voor de combinatie van twee functies (woonkamer, keuken of twee ‘redelijke’ slaapkamers). Vanaf de dertiger jaren bij de kamer en suite tot de laatste doorzonwoning in 1975 is deze beukmaat ingezet.
  • 7,5 – 7,8 m (h.o.h.). Met deze maat is een vrij indeelbare woning te maken (appartement). Twee of drie hoofdfuncties zijn dan aan de gevel te combineren. Deze maat laat op eenvoudige wijze verschillende woonprogramma’s toe.

De keuze voor een structuur

Zowel op stedenbouwkundig niveau als woningniveau heeft een structuur in principe geen essentiële beperkingen. Door de maat te definiëren ontstaan er allerlei creatieve oplossingen, die verband houden of voortkomen uit de structuur. Op het moment dat men op zoek gaat naar een zo efficiënt mogelijk te benutten m² voor de geplande activiteit, dan is het zinvol voor op basis van de gewenste programma’s en de vereiste uitwisselbaarheid het casco vast te stellen. Dus kies je thema en maak een keuze.

Eerder verschenen artikelen uit de serie van nieuwe plattegronden:

1 – De structuur van een driekamerappartement, Martin Liebregts, bestaandewijk.nl, 3 oktober 2012
2 – Driekamerappartementen en de verhouding tussen de overige vertrekken, bestaandewijk.nl, 16 oktober 2012
3 – Studentenunits, een replica van de bejaardenhuisvesting, Martin Liebregts,bestaandewijk.nl, 17 oktober 2012
4 – Optimale basismaten van driekamerappartementen, Martin Liebregts, bestaandewijk.nl, 18 oktober 2012
5 – Structuur voor woonunits met één, twee en drie kamers, Martin Liebregts en Sandra Arts, bestaandewijk.nl, 23 oktober 2012
6 – De maten van het wonen, een lange traditie, Martin Liebregts en Sandra Arts,bestaandewijk.nl, 1 november 2012
7 – De maat der dingen en het verband tussen gebouw, ontsluiting en woningtype, Martin Liebregts en Sandra Arts, bestaandewijk.nl, 5 november 2012

Bronnen
1. Veel steden hebben een rechthoekig schaakbord- of dambordpatroon, dat wil zeggen dat de straten loodrecht op elkaar zijn aangelegd, ook wel aangeduid met gridstructuur. De voorbeelden dateren zowel uit de vroegere oudheid als die van recentere perioden (onder andere Elburg (1392), New York (1811), Barcelona-Eixample (~1856)).
Bijvoorbeeld Het Eixample rooster is geïntroduceerd als een vernieuwende oplossing, op dat moment zelfs uniek, met de volgende rooster/grideigenschappen:
a) een zeer groot blok 113m bij 113m veel groter dan de oude stadsblokken en groter dan alle Romeinse, Grieks blokken en hun mutaties,
b) een 20m wegbreedte in vergelijking met meestal 3m in de oude stad,
c) vierkante blokken met afgeknotte hoeken en
d) belangrijke wegen loodrecht en diagonaal van 50m breed. Deze vernieuwingen waren gebaseerd op  functionele gronden: de blokgrootte, om de oprichting van een open binnen  ruimte(60m bij 60m) mogelijk te maken met voldoende zonlicht en ventilatie: de rechtlijnige geometrie, de brede straten en boulevards maken grotere mobiliteit mogelijk en de afgeknotte hoeken vergemakkelijken het draaien van karren en rijtuigen, in het bijzonder voertuigen op vaste rails.
Een specifiek boek over het grid van Eixample is ‘La Formacio de L’Eixample De Barcelona, a proximacians a un feromen urbi’, Barcelona 1990. De illustraties zijn hieraan ontleend.
2. In een reeks van projecten is er door de BouwhulpGroep oplossingen bedacht voor de invulling van een zeer gevarieerd programma voor portieketagewoningen:
Haarlem;
Zwolle;
Bergen op Zoom.
3. Zie het project Active House te Woerden.