Het effect van herhaalbaarheid

Bij elk onderhouds- of renovatieproject worden afwegingen gemaakt voor welke termijn het betreffende complex wordt aangepakt en welke maatregelen daar precies bij passen. Altijd wordt gekeken naar de beschikbare tekeningen en documenten uit het archief. Plattegronden, bouwtechnische staat en bouwfysische problemen worden in kaart gebracht. In een tijd waar betaalbaarheid het budget voor onderhoud drukt, is het noodzaak dit onderzoek zo gedegen mogelijk in korte tijd met beperkte urenbesteding uit te voeren.

Studies worden vrijwel altijd per complex (of een gedeelte daarvan) uitgevoerd. Ondanks dat in het verleden al studies zijn verricht of dat (nagenoeg) identieke complexen al gerenoveerd zijn is die informatie bijna nooit beschikbaar. Dit terwijl vaak wel veel overlap te vinden is tussen complexen van een corporatie, hetzij in bouwwijze, bouwjaar of toegepaste materialen. Door gebruik te maken van de aanwezige kennis kunnen planprocessen effectiever, sneller en dus goedkoper verlopen. Dat dit niet gebeurt is geen onwil, maar heeft veel meer te maken met het niet weten, niet zien en niet zoeken.

BouwhulpGroep_Sixties Eindhoven_1000px

Lees verder

De stempel als maat der dingen

Door Martin Liebregts en Sandra Arts

Een beetje als een scheldwoord voor het zich herhalende stedenbouwkundige element is het woord stempel ooit in het vakjargon terecht gekomen. De moderne stedenbouw tussen 1945 en 1970 wordt er sterk door gekenmerkt. In principe is een (gesloten) bouwblok, als het zich herhaalt (in maat), ook een stempel. Allerlei combinaties tussen gebouwtypen en buitenruimten (hofjes e.d.) werden ermee gerealiseerd. Nu deze wijken op de agenda staan om op woning-, stempel- of buurtniveau aangepakt te worden, doet zich de vraag voor wat de gebruikswaarde van de verschillende voorkomende stempels is. Uiteindelijk is dat de maatstaf voor alle dingen. Zeker als het om gebruikswaarde op langere termijn gaat. Aan dit criterium onderwerpt zich ook de cultuurhistorische waarde als het om grotere eenheden gaat. Uiteindelijk zal iets door gebruikers gewaardeerd moeten worden.
Bij de beoordeling van de naoorlogse woningbouw domineren nog vaak de vooroordelen. Het kent voor- en tegenstanders ofwel bewonderaars en mensen die er gewoon niet van houden, zoals dat ook ten aanzien van de architectuur geldt. In veel gevallen ontbreekt het aan systematisch onderzoek naar de eigenwaarde van de ‘vroegere’ concepten, in het licht van nu en de toekomst. Tenslotte moeten de feiten spreken als je de toekomstwaarde wilt bepalen.
Maar hoe onderzoeken we dit nu systematisch? In dit artikel wordt door het beschouwen van enkele exemplaren een poging gedaan iets over de praktijk te vertellen. Het is in dit stadium vooral verhalen over observaties.

Lees verder