De toekomst van de doorzonwoning: bewezen kwaliteit

Door: Sandra Arts

Het meest voorkomende woningtype bij eengezinswoningen is de doorzonwoning. Al vanaf het begin van de vorige eeuw is dit type toegepast. Nu kun je denken, na 100 jaar woningplattegronden bedenken, kunnen we toch wel iets anders verzinnen dan een doorzonplattegrond. We zijn met z’n allen expert op dit gebied, want we wonen allemaal. De ontwikkelingen op andere gebieden gaan zo snel, maar qua woningindelingen lijkt het alsof de tijd heeft stilgestaan. Kunnen we dan niets beters bedenken?

Lees verder

Van tijdsgebonden naar tijdloos

Op zoek naar de waarde van portiekwoningen

 

door Sandra Arts

Aanleiding voor dit artikel is de nieuwbouw van 66 seniorenwoningen in Vlaardingen. Het oude gebouw heeft plaats gemaakt voor nieuwbouw omdat de portiekwoningen niet geschikt te maken waren voor de wensen van de toekomst. De belangrijkste reden was dat er senioren in gehuisvest moesten worden. Het bestaande gebouw bleek niet flexibel genoeg voor aanpassing. Met de nieuwbouw is gepoogd voldoende flexibiliteit in te brengen zodat het nog vele jaren meekan en de tand des tijds kan doorstaan. Met andere woorden dat het een duurzaam gebouw is.

Naast flexibiliteit in de woningindeling zijn ook uitstraling en type ontsluiting eigenschappen die de tijdloosheid van een gebouw bepalen. Aan de hand van deze nieuwbouw in Vlaardingen en voorbeelden van andere portiekwoningen is verduidelijkt wat de waarde van de portiekwoning is. Dit artikel verschijnt in de context van het boek ‘Het gebouw en zijn duizend vaders’ waarin stil wordt gestaan bij de betrokkenheid van duizenden vaders bij de realisatie van het gebouw.

Van passend naar flexibel
Het kenmerk van de huidige portiekwoning is dat per verdieping twee woningen grenzen aan een portiek. De structuur is vaak zo dat een travee bestaat uit vijf beuken. Per woning zijn dat twee beuken en in een beuk bevinden zich het trappenhuis en de wisselbeuk. Deze heeft een breedte van circa 2,2 meter, zodat er twee trappen naast elkaar geplaatst konden worden. Per woning is er een beuk voor het wonen en slapen. Deze is meestal 3,6 meter breed. De andere beuk is bestemd voor koken en de kleine slaapkamer. Deze beuk heeft dan een breedte van 2,2 meter zodat er een bed in de breedte in paste.

Deze beuken vormen de draagconstructie van het gebouw. De woningen van de portiekflat in Vlaardingen die gebouwd zijn in 1955 voldeden aan deze opbouw.

De levensduur van de woningen werd tien jaar geleden door de eigenaar opnieuw beschouwd. De gewenste doelgroep was senioren. Om hieraan te voldoen  moest onder andere de toegankelijkheid van de woningen aangepast worden. Ook de indeling van de woningen paste niet bij de eisen voor een seniorenwoning. Het had niet de vereiste ruimte om met gebruik van een rolstoel de woning te kunnen bewonen. Een lift zou aan het gebouw toegevoegd moeten worden omdat het niet in het trappenhuis past en de cascostructuur liet interne wijzigingen niet toe. Het gevolg van deze belemmeringen was te kiezen voor sloop en nieuwbouw.

Door de cascostructuur is de flexibiliteit ten aanzien van toekomstige wijzigingen beperkt. Een woning met een flexibele plattegrond is makkelijk aan te passen. Bij de nieuwbouw in Vlaardingen hebben de woningen een beukmaat van 7,8 meter vrije overspanning. Tussen deze afmeting bevinden zich alle woonfuncties. Hierdoor is de indeling van de woning in de toekomst eenvoudig te wijzigen.

Lees verder

Het gebouw en zijn duizend vaders

Het verhaal van het nieuwbouwproject ‘De Heren van Ambacht’ in Vlaardingen

 

door Martin Liebregts en Sandra Arts

Plannen maken en bouwen is vaak hollen of stilstaan. Alles moest gisteren klaar, terwijl het om de toekomst van een gebouw gaat en om het woongenot van meerdere generaties. En dan te bedenken dat tussen het eerste idee en de realisatie bijna tien jaar schuil gaat. Enige reflectie is, gezien de tijdspanne, wel op zijn plaats. Deze beschouwing richt zich zowel op het ontwerp als de realisatie van de gebouwen.

Het boek opent met de ideeën achter het gebouw, om vervolgens de mensen in beeld te brengen, die achter en voor de schermen ervoor hebben gezorgd dat de gebouwen er nu staan. Dit boek ‘Het gebouw en zijn duizend vaders’ poogt juist de mensen en hun bijdrage aan de vergetelheid te onttrekken. Dit heeft niets met romantiek of nostalgie te maken. Het is het verhaal over de identiteit van de gebouwen en de mensen.

 

Op zoek naar ruimtelijkheid

Door: Martin Liebregts en Sandra Arts

Enkele jaren geleden stond in de krant een beschouwing van een nieuwe bewoner over zijn nieuwbouwwoning. Hij had zijn woning gekocht op basis van de ligging. De plattegrond kon ook nog wel. Het was niet ideaal. Het materiaalgebruik was verschrikkelijk. De plinten, de kozijnen, de aftimmering, niets leverde enige waardering of emotie op. Het volledig ontbreken van een mogelijke identificatie moest gecompenseerd worden door de nieuwe inrichting. De ziel ontbrak. Hoe anders is dit vaak bij de doorsnee vooroorlogse woning.
Het ontbreken van een ziel geldt vaak ook voor de latere aanpassingen van bestaande woningen. Om de beschikbare ruimte te vergroten, worden er bij grondgebonden woningen ‘hokken’ toegevoegd. De vierkante meters nemen toe, maar de ruimtelijke kwaliteit neemt af. Wie heeft zich bij de zoektocht naar een woning niet afgevraagd waarom de serre of de vergroting van de woonkamer nodig was, terwijl het er alleen maar donker, ongezellig en hokkerig van was geworden. De woning wordt dan een magazijn in plaats van een leefruimte.

Dit artikel is een zoektocht naar de mogelijkheden van de vergroting van eengezinswoningen uit de jaren vijftig en zestig, met behoud of versterking van de ruimtelijke kwaliteit. De ruime percelen bieden alle mogelijkheden. Door de woning met 50, 100 of 150 kubieke meter te vergroten, ontstaat een woning die voor meerdere doelgroepen geschikt is. Zo wordt een effectief antwoord gegeven op de vergrijzing van de woningvoorraad: ruimer, luxer en meer uitstraling.  Want de woningen zullen aangepast moeten worden, voordat de aanpassing van de woning behandeld wordt, wordt nader ingegaan op die eigenschappen van de woningkwaliteit, die ervoor zorgen dat het er prettig toeven is. Lees verder